7. Vrijmetselarij voor iedereen

Vrijmetselarij voor iedereen

Inwijding vrouwelijke vrijmetselaar, tweede helft 18e eeuw. Musée de la franc-maçonnerie, Parijs.

Vrouwen en mannen in de loge

Veel mensen denken dat vrijmetselarij typisch iets is voor mannen onder elkaar. Dat is zeker ook lange tijd zo geweest. In het Victoriaanse Engeland gingen mannen naar een herensociëteit om zich vermaken, terwijl hun echtgenotes hun vriendinnen thuis ontvingen. Sindsdien is de samenleving enorm veranderd. Anno 2024 is vrijmetselarij voor iedereen vanzelfsprekend: voor mannen en vrouwen samen, ongeacht afkomst, plaats van geboorte, geaardheid, opleiding en levensfilosofie. Zeker in Nederlandse samenleving, waar de gelijkwaardigheid van alle mensen in Artikel 1 van de Grondwet is vastgelegd.

Tijdperk van de Verlichting

Vrijmetselarij was een hype in de 2e helft van de 18e eeuw onder de Franse adel en de burgerlijke elite, tot de Franse revolutie in 1789. Hun al even geprivilegieerde echtgenotes wilden ook ingewijd worden in de vrijmetselarij. Vanuit de Verlichting was het idee voortgekomen dat alle mensen gelijkwaardig zijn, dus zeker ook in de vrijmetselarij die toentertijd een progressieve beweging was.

Er ontstonden zogenoemde adoptieloges, als subvereniging van een mannenloge, waar mannen en vrouwen samen de rituelen van de vrijmetselarij opvoerden. De mannenloge adopteerde dus de gemengde loge. Op het schilderij hierboven is zo’n gezamenlijke bijeenkomst afgebeeld. Hoe betuttelend dat nu misschien lijkt, bedenk wel dat in die tijd vrouwen onder toezicht stonden van hun vader of echtgenoot, en dat vrouwen wettelijk niet ‘handelingsbekwaam’ waren. De adoptieloge was juist een creatieve manier om vrouwen in te wijden als vrijmetselaars.


Burgerlijke periode

Na de Franse revolutie volgde een conservatieve en vooral burgerlijke periode, waarin geen plaats meer was voor vrouwelijke vrijmetselaars. Vanaf de jaren 1870 ontwikkelden zich in Frankrijk en ook in Engeland de eerste bewegingen voor gelijke rechten voor vrouwen. In 1893 werd de eerste gemengde vrijmetselaarsorganisatie opgericht die de start vormde van de vrijmetselaarsorganisatie Le Droit Humain (LDH).

In 1902 werd een Engelse afdeling van Le Droit Humain opgericht door de bekende activiste voor vrouwenkiesrecht Anie Besant. Zij was de opvolger van Mme. Blavatsky als hoofd van de Theosophical Society, die ook veel aanhangers in Nederland had. Al vrij snel, in 1913, splitste zich een organisatie af alleen voor vrouwelijke vrijmetselaars. Eerder al in 1908 had een andere tak van de Engelse LDH zich afgescheiden om onder het Franse gezag van de LDH uit te komen. Deze groep had zich in 1935 omgevormd tot een organisatie ook alleen voor vrouwelijke vrijmetselaars.

Wenkend perspectief

In 1905 werd vanuit Engeland de eerste Nederlandse loge van Le Droit Humain opgericht. In Nederland is de gemengde vrijmetselarij altijd klein gebleven, in tegenstelling tot bijv. België, waar van de naar schatting één-derde van de dertigduizend vrijmetselaren vrouw is. Nederland telde rond de eeuwwisseling zo’s zesduizend mannelijke vrijmetselaars, maar dat aantal is al geruime tijd gestaag aan het dalen.

De NGGV heeft warme contacten met veel loges in Vlaanderen. De eenheid in verscheidenheid van al die verschillende vrijmetselaarsorganisaties leidt tot interessante gesprekken en bijzondere ontmoetingen. De NGGV-loge Arcade in Breda is zelfs mede opgericht door Vlaamse vrijmetselaren.

Voor ons is België een lichtend maçonniek voorbeeld. Er zijn mannenloges, vrouwenloges en gemengde loges. Maar sinds enige tijd is het goed gebruik dat vrouwelijke vrijmetselaars bij een mannenloge op bezoek mogen komen om aan de rituele bijeenkomsten mee te doen, en omgekeerd. De enige uitzondering in België is een kleine vrijmetselaarsorganisatie die zich verbonden heeft aan de Londense vrijmetselaarsorganisatie en waar vrouwen strikt worden geweerd.

Brotherhood of Man – de uitgestoken hand. Isaac Roussimoff.